Hoofdtekst
‘k Kwame ‘k ik tussen ten twaalven en ten één ’s nachts ne keer naar huis en ‘k komme een zwart wuveke tegen en ‘k zei d’r tegen goendag maar ’t zei niet. En ‘k zei ’t tegen m’n broere en den dien had da verzekers (waarschijnlijk) al tien keren tegengekomen ’s nachts maar je kost d’r ook geen verklaringe voor geven.
Beschrijving
Een man die tussen middernacht en één uur naar huis wandelde, kwam een zwart vrouwtje tegen. De man groette de vrouw, maar er kwam geen antwoord. Bij zijn thuiskomst vertelde de man aan zijn broer wat hij had meegemaakt. De broer beweerde dat hij de vrouw al meer dan tien keer had ontmoet. Hij had ook geen verklaring voor het vreemde verschijnsel.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (o van houtland)
71
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Ruddervoorde