Hoofdtekst
Vrieger hadden ze zo heel grote vuren en do hadden ze zo'n grote koeketel in hangen. Dat was het oud vuur en mijn grootmoeder had bloedworst gekookt en die had ze in de ketel gelegd. En wei (toen) ze ze wilde er uit halen, duw woor ze vurt (weg). En duw zei me grootmoeder: 'Die de worst frit (eet) dat die het nat zipt (zuipt).' Dat was een heks en die had de worst betoverd.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een vrouw had bloedworst gekookt. Toen ze de worsten uit de kookpot wilde halen, stelde de vrouw echter vast dat de pot leeg was. Daarop sprak de vrouw: "Wie worst wil eten, moet het vocht maar opdrinken!"
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
341
Grootmoeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vlijtingen