Hoofdtekst
I En van de ‘èèvermènnekes’?17 De ‘èèvermènnekes’? Ah ja, daar ‘kalde’ de ‘läöi’ vroeger ook van, van de ‘èèvermènnekes’.I En wat was dan dat voor iets?17 Ja, wat zou dat zijn? Niks [lacht].I Wat zeiden ze dat het was?17 Ja, wat zeiden ze van de ‘èèvermènnekes’? Ze hebben dikwijls genoeg ‘gekald’ van de ‘èèvermènnekes’. [tegen echtgenote] Gij ook.18 De alvermannekes, ja…15 Ja, die kwamen het werk doen, hé. "De ‘èèvermènnekes’ doen het wel," zeiden ze dan.17 Ah, ja! Dus een luierik, wùr, die zei: "De ‘èèvermènnekes zullen het werk wel komen doen in ons ‘plak’ (= plaats)." Dat heb ik wel gehoord, dat wel.I Dat waren alleen maar goede mannekes of konden die je ook iets kwaad doen?17 De ‘èèvermènnekes’ die bestonden niet.I Jaja, maar hoe vertelden ze.17 Natuurlijk, hé. "De ‘èèvermènnekes’ zullen het werk wel komen doen." zeiden ze. Ja, wat…
Onderwerp
SINSAG 0063 - Die hilfsbereiten Zwerge arbeiten in der Nacht für die Menschen für Nahrungsmittel (Tabak, Geld)   
Beschrijving
Luie mensen die hun werk niet gedaan kregen, zeiden vaak: "De alvermannetjes zullen het werk wel komen doen!"
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (groot-riemst)
17L 326
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Millen