Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WJACK0400_0400_6050 - Omgang met de duivel

Een sage (mondeling), 1958

Hoofdtekst

Bij mijn moeder hadden ze vroeger een grote winning. Nu ga ich u iets vertellen wat echt waar gebeurd is. Ze hadden ene knecht en die zette zich 's avonds met zijn kop in zijn handen en dat was dan juist of iemand een kerb aardappelen in een lege kom om schudde. Ze wisten nooit bo (waar) ter bleef als er voert was en in ene keer begos er dat overdag te doen... Toen vonden ze hem eens in de koestal onder kafbusssel en het schuim stond ene vinger dik in zijn gezicht en er had ene maalplag (zakdoek) in zijne mond. En toen hebben ze de pastoor gehaald. Die meende dat er in korrespondentie stond met satan en er had get twat gebeden. Toen is de knecht binnen gekomen en ze gaven hem zijn klederen en ze hebben hem nooit meer gezien.

Beschrijving

Op een boerderij werkte een knecht die zich vreemd gedroeg. Op een avond vond men de knecht in de stal met schuim op zijn gezicht en een zakdoek in zijn mond. De pastoor geloofde dat de knecht omging met de duivel. Daarom begon de geestelijke voor de knecht te bidden. Men heeft de knecht zijn kleren gegeven en men heeft hem nooit meer gezien.

Bron

W. Jackers, Leuven, 1958

Commentaar

3.1 Duivels
limburgs (bilzen)
557
Moeder van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Martenslinde    Martenslinde