Hoofdtekst
Ja, mijn vader is nog verleerd geweest.We waren op ’t hof, en hij was hij de zondag ‘ne keer weggegaan, ’t was achter vlees dat hij ging. En potverdikke, hij kwam niet in! En ’t was hem nuchtend, en mijn vader was nog niet thuis. En als ’t rond den negenen was, hij beette in (= kwam in). Hij kwam bij ons op ’t land, en ‘k zegge: "Vader, waar hebt ge gezeten?" - "Zwijg, jongen", zegt ie, "’k heb verleerd geweest, en volgens mijn gedacht, heb ik met mijnen voet op de zulle gestaan van ’t huis, en mij niet bekennen", zegt ie, "en ‘k benne were voort gegaan, en ‘k benne over ’n ure thuisgekomen", zegt ie, "’k Benne verleerd geweest".Ja, hij had heel de nacht doorgelopen en hij verkende hem niet. Ja, dat is verleerd zijn hé.
Beschrijving
Een man ging op een zondag vlees halen. Maandagochtend was de man echter nog steeds niet terug. Om negen uur 's ochtends kwam de man dan toch eindelijk thuis. De man was verdwaald geraakt en had zich niet meer kunnen oriënteren.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
147
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Kaster