Hoofdtekst
We giengen goan dienen noa Tiegem met vuven. ’t Was roend den elven. We han gezeid tegen elkaar: “hier zien d’er krusstroaten, we moeten ippassen, oet er entwiene entwodde vroagt, meug je niet antwoorden”. Een bitje vodder, ’t was ton twoolve, vroeg er een oed wuveke woa we noa toe giengen. We zeien dat ze d’er geen affairens (zaken) mee ha. En ’t was weg.
Beschrijving
Vijf vrouwen die op bedevaart gingen naar Tiegem, zeiden om elf uur tegen elkaar: "Hier zijn kruispunten. Hier moeten we opletten. Als iemand ons iets vraagt, dan mogen we niet antwoorden". Om middernacht kwamen de bedevaartgangers een oud vrouwtje tegen, dat vroeg waar ze naartoe gingen. De pelgrims antwoordden dat het haar zaken niet waren en gingen voort. Daarop verdween het oude vrouwtje.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (tielt en izegem)
225
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ingelmunster   
Plaats van Handelen
Tiegem