Hoofdtekst
T’er kwam daar ’s nachts een vrouwmens af ten twelf uren gelijk als naar de kerk geweest had, en t’ er ging daar ne jongen naartoe om hare mantel open te doen, hij zô graag gezien hebben wie dat ’t was. “Ge zult nu weten wie dat is” zei ze, en de jongen is kapot gegaan: hij is zot geworden.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een jongen zag om middernacht een vrouw met een kapmantel lopen. Hij wilde de mantel opendoen om te weten wie het was. “Je zal nu weten wie dat is”, zei de vrouw. De jongen is gestorven.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (denderstreek)
311
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Voorde