TBERG0162_0163_22030

30J Ah ja, Mieke Smet hier, dat was ook een heks.31E Mieke Smet, ja.30J Die woonde hier?31E Maar dat huis is weg.30J Nee, dat staat er nog, juist in de hoek hier, dat is juist. Als je daar nu, je ziet daar dat huis. En daar juist in die hoek hier langs deze kant, maar je ziet het niet staan nu, want het is te donker. Dan heb je hier eerst een huis en dan dat daarneven (daarnaast). Want dat staat kort op de straat daar. Dat was ook een, dat was ook een. Ja, Mieke Smet zeiden ze daartegen. En dan ik weet het niet, ze zeiden dat dat een heks was. Maar die die daarnaast woonde had daar ruzie tegen. En die had gezien dat Mieke… Wat had ze er nu weer van gezien? Boven op de zolder in die venster was Mieke iets aan het doen of ik weet niet meer wat ze zegden. En die zei altijd, maar die was daar kwaad op. En die zeiden altijd dat dat een heks was. Maar die had een snoepwinkeltje. En alle kinderen kwamen daar bijeen ’s zondags, want ze gingen een snoepje kopen bij Mieke Smet. x Ja.30J En ik heb nooit geweten dat Mieke de kinderen iets deed, want ze kwamen er allemaal naartoe. En ze bleven daar zitten aan de stoof, dat was een Leuvense stoof en daar zaten die kinderen rond. En die bleken daar niet… Maar die daarneven (daarnaast), die zei altijd dat dat een heks was.31E Die personen hebben niks gedaan, die deden niks.30J Nee. Maar die daarneven, die zei altijd dat dat een heks was. En dan had ze dat daarvan gezien en dan had ze dat daarvan gezien. Maar de mensen geloofden dat ook allemaal niet.x Ja.30J En zo maakten ze iemand een heks.31E Het was rap gebeurd.30J En als het nu echt een heks geweest was en de kinderen gingen daar snoepjes kopen, dan moest daar toch iets gebeurd zijn dat de kinderen daar zo niet kwamen.x Dat is. 30J Denk ik toch. Want ik was er ook bij, ik ging er ook snoepjes kopen. x En je zit hier toch nog altijd.30J En wij kwamen daar altijd binnen en dan zaten we daar als het koud was voor ons te warmen. De kinderen hielden allemaal van Mieke. En daarmee zeiden ze: "Ja, ga daar niet henen, want dat is een heks."x Het kan rap gebeurd zijn.30J Het is de naam maar, dat die die er kwaad op zijn maar willen zeggen: "Dat is een heks." Om die kinderen daar weg te houden misschien. 31E En het ergste was, als er een was die wat oud werd en die begon gaan krom te lopen zo.x Mmm.31E Dan was het zeker een heks.30J Pertang (nochtans), mijn grootmoeder die is oud geworden en die haar zuster. En die liep zo een beetje krom. Daar hebben ze toch nooit van gezegd dat dat een heks was.31E Ze konden er altijd eens één overslagen.30J Maar die woonde daar, die woonde daar zo. En daar hebben ze toch nooit van gezegd dat het heksen waren. Ik zeg het, vroeger was dat zo. Ze moesten het maar denken en zeggen. Ja, en als ze daar dan iets van zeiden, die heeft dat of die heeft dat. En dan was dat een heks.x Dan was het al gebeurd. Er was niet veel voor nodig.30J Nee, zeker niet.

In Rillaar woonde een vrouw over wie men vertelde dat ze een heks was. Die vrouw kreeg vaak bezoek van kindjes die bij haar een snoepje kwamen kopen. Nooit heeft de vrouw één van die kindjes kwaad gedaan. Het was haar buurvrouw die gemene praatjes over haar verspreidde.

T. Bergen, Leuven, 2003

2.1 Heksen

vlaams-brabants (groot-aarschot)

30J en 31E

fabulaat

Mieke Smet    Mieke Smet   

Rillaar    Rillaar   

Rillaar    Rillaar