Hoofdtekst
Beschrijving
Een man moest ’s nachts in Zoutleeuw de vroedvrouw gaan halen. Tussen het kasteel en de school zag de man een hond in het midden van de straat liggen. De man sloop de hond stilletjes voorbij en ging voort. Het dier is blijven liggen.
Een slachter uit Runkelen bleef vaak nog wat praten met de mensen nadat hij ’s avonds een varken had gepekeld. Toen de man op een avond omstreeks half tien met zijn fiets naar huis reed, zag hij een hond liggen.
Een slachter uit Runkelen bleef vaak nog wat praten met de mensen nadat hij ’s avonds een varken had gepekeld. Toen de man op een avond omstreeks half tien met zijn fiets naar huis reed, zag hij een hond liggen.
Bron
D. Herbots, Leuven, 1974
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
brabants (oosten)
44C
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Melkwezer   
Plaats van Handelen
Zoutleeuw