Hoofdtekst
Beschrijving
Op een boerderij waar het spookte, hoorde men 's nachts altijd lawaai. Toen men een keer de wacht hield, hoorde men om middernacht alle emmers rammelen en tegen elkaar slaan. Op de hooimijt verscheen een vrouw die onbeweeglijk bleef staan. De botermolen die buiten aan de muur hing, begon te draaien zonder dat iemand hem had aangeraakt. De boerin was niet bang en ging met wijwater naar buiten. Met dat water maakte ze een groot kruisteken over haar huis. Op dat ogenblik sprong er een grote kat uit de botermolen en werd het stil. Daarna heeft het op die boerderij nooit meer gespookt.
Bron
J. Wauters, Leuven, 1962
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
antwerps (klein-brabant)
194
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oppuurs