Hoofdtekst
‘k En nog hoord hoe datten gepakt geweest is. ’t Wos up e boerhof wor datten binnenbrak. En ’t wos dor e poester die in ’t rosteel (rasteel, ruif) van de peerden kroop, achter ’t hooi, dat ze niet voenden. En binst dat z’inbraken in huus, dat joengetje liep uut en ’t liep nor de garde om te zeggen dat Bakelandt dor inbrak. Dat wos ol roend Houthulst.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
Toen de bende van Bakelandt een inbraak pleegde in een boerderij in Houthulst, kroop de paardenknecht achter het hooi in de ruif van de paarden. Terwijl de rovers het huis leeghaalden, liep de knecht naar de politie om te vertellen dat Bakelandt bezig was met een inbraak.
Op die manier werd de bende van Bakelandt opgepakt.
Op die manier werd de bende van Bakelandt opgepakt.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)west-vlaams (vrijbos)
198A
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bakelandt   
Bakelandt (bende van)   
bende van Bakelandt   
Naam Locatie in Tekst
Hooglede   
Plaats van Handelen
Houthulst