Hoofdtekst
Dat was nen Duitse schaper die naar de molen geweest was. Hij kwam weer met 2 klotsen meel. Hij kwam 2 commiezen tegen. Ze zeiden dat ze zijn dings moesten hebben. Hij begon te klagen dat ze moesten compassie hebben met hem, dat hij arm was en dat zijn familie groot was. Maar die commiezen (accijnsbeambten) pakten hem zijn klotsen af. “Heren, blijft staan”, zei hij. Hij pakte zijn fluitje en begon te fluiten. De 2 commiezen begosten te dansen met de klotsen op uldere rug. Zij riepen genade al janken “om Gods wil, zwijgt nu fluitje”. De schaper zei: “Geef mij 5 franken, en laat mij met mijn meel vrij gaan. Dan zal ik u van het dansen ontslaan.”Zij hem zijn zakske weergegeven, tevreden met elk nog 5 franken daarbij.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een Duitse schaapherder kwam met twee zakken meel terug van de molen en kwam twee douaniers tegen. Daarop begon de schaapherder te klagen over zijn armoede en de noden van zijn familie. De douaniers namen de zakken meel af. Vervolgens zei de schaapherder: “Heren, blijf staan” en begon op zijn fluitje te blazen. Het volgende ogenblik begonnen de douaniers met de zakken op hun rug te dansen. De douaniers werden snel moe en smeekten de schaapherder om op te houden. De Duitse schaper antwoordde: “Laat mij gaan met mijn meel en geef mij elk nog vijf frank erbij. Dan zal ik jullie laten gaan”. Zo verdiende de schaapherder nog tien frank en kon hij met zijn meel vertrekken.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
409
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Duitse schaper   
Naam Locatie in Tekst
Zulzeke