Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

DTRUY0074_0074_9218 - Bokkenrijders vliegen door de lucht

Een sage (mondeling), 1946

Hoofdtekst

De bokkenrijders vlogen door de lucht, zoo zei mij mijn vader-zaliger. De pastoor uit Beek over de Maas kwam eens naar Maaseik met de koets om daar de Deken te bezoeken. De pastoor had zich wat verlaat en toen hij vertrekken wilde zeide de voerman: "Zet u maar met uwen rug tegen den mijnen, Mijnheer pastoor!" De pastoor deed het; en toen hij thuis kwam keek hij op zijn horloge en zag dat hij op vijf minuten van Maaseik naar Beek was gekomen, iets wat normaal één uur tijd nam. Hij riep den voerman ’s anderendaags en deze zeide toen dat hij bokkenrijder was.

Onderwerp

SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.    SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   

Beschrijving

De pastoor van Beek was met de koets naar Maaseik gereden om een bezoek te brengen aan de deken. Omdat het bezoek langer had geduurd dan verwacht, zei de voerman bij het vertrek: "Zet je maar met je rug tegen die van mij, meneer pastoor!" Toen de pastoor thuiskwam, stelde hij vast dat hij in vijf minuten van Maaseik naar Beek was gekomen, terwijl die afstand normaal gezien in een uur werd afgelegd. De volgende dag bekende de voerman aan de pastoor dat hij een bokkerijder was.

Bron

D. Truyen, Leuven, 1946

Commentaar

4. Historische sagen
limburgs (noorden)
Vader van de informant
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Neeroeteren    Neeroeteren   

Plaats van Handelen

Beek    Beek