Hoofdtekst
Ene had wat vèèrig gezet voor de auwelkes, maar die had er wat in gedaan dat niet te eten was, schoenlappen en zo van alles. En toen de auwelkes kwamen, gong hij ze afluisteren. En een van die auwelkes zei: 'Ik heb al drie molenassen op éne stok zien wassen, maar nog geen fitseldefatsel in de pap.' Zo oud was die man!
Onderwerp
SINSAG 0066 - Die zähe "fikkefak" 
SINSAG 0066 - Die zähe "fikkefak" 
Beschrijving
Een man had voor de alvermannetjes voedsel klaargezet dat werkelijk niet te eten was. Toen de alvermannetjes van de gekookte schoenlappen proefden, sprak één van hen: "Ik ben zo oud dat ik al drie molenassen op één stronk heb zien groeien, maar nog nooit heb in zo'n oneetbaar voedsel gekregen!"
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
1.2 Aardgeesten
limburgs (bree en omstreken)
Ik heb drie molenassen op éne stok zien wassen: variant (Opitter)
fabulaat
Wanneer men een boom heeft afgezaagd om als molenas te gebruiken, dan blijft de boomstronk staan. Het alvermannetje zou dus drie molenassen op eenzelfde boomstronk hebben zien groeien. Een boom die als molenas werd gebruikt, moest minstens honderd jaar oud zijn!
Naam Locatie in Tekst
Opitter
Opitter