Hoofdtekst
Van Lummen op Beringen hadde gê "Den Dode Man". Da was daô niks dan bos tussen Geneyken en Genebos. De minsen hadden altêd schrik om dao deur te gön, want daô zaten veul roêvers die de minsen aônranden.In Geneyken zat Bernard, de leider van zoê een bên roêvers. Da was nen echte brutale vent, moê iedereen schrik van had. Diên had daô café. As daô iemand deur moest, gink’em daô binnen. Dan droneken ze daô een pint, gaven Bernard een pint en lieten’em is een pijp smoren. Dan zee’em al ’t wachtwoord, en as ze dan aôngerand werden moesten ze da zengen, dan konden ze vrij voêts gön. As ze da nie deiën, mochten ze t’er zeker van zên da ze neergeknuppeld werden en van hun geld beroofd werden. Want in diên tijd zouwen ze iênen gemakkelijk vermoord hemmen veur ne frang.
Onderwerp
SINSAG 1304 - Der dankbare Räuber.   
Beschrijving
Tussen Geneyken en Genebos op de weg van Lummen naar Beringen, was een bos dat 'De Dode Man' werd genoemd, omdat er zoveel rovers zaten. Bernard, de leider van een roversbende, had een café in Geneyken. Sommige mensen gingen bij Bernard een glas drinken om het wachtwoord van de rovers te weten te komen. Wanneer de mensen dan werden aangevallen, bleven ze ongedeerd omdat ze het wachtwoord kenden.
Bron
C. Ooms, Leuven, 1968
Commentaar
4. Historische sagen
limburgs (beringen en omstreken)
556
fabulaat
Naam Overig in Tekst
De Dode Man (bos tussen Lummen en Beringen)   
Dode Man (de) (bos tussen Lummen en Beringen)   
Naam Locatie in Tekst
Deurne   
Plaats van Handelen
Genebos (tussen Lummen en Beringen)   
Beringen   
Geneyken (tussen Lummen en Beringen)   
Lummen