Hoofdtekst
Dat was in Kruiseke. ’t Waren daar twee boeren aan de "Klokhofstee” die in kweste (ruzie) kwamen in de vlasoest. Den ene boer had den oest van den anderen vernield met hem ’s nachts open te schudden. Die boer zei niet; dien anderen, je liet dat gerust. Hij ging een van die vrouwen te raadplegen die entwat konden doen. Nu, dien anderen, als het seizoen daar was, hij zaaide rapen voor zijn beesten en als het moment daar was, ’t waren geen rapen die daar stonden, maar al wild bruus (bruis= wilde akkerplant). Al de boeren uit ’t omliggende die dat wisten hielden ferme (erg) de zot met dien boer. Hij heeft geen enkele raap moeten geven aan zijn beesten, ’t waren al brusenaars (bruis).
Beschrijving
In Kruiseke hadden twee boeren ruzie gekregen tijdens de oogst. De ene boer had namelijk de oogst van de andere vernield door de aarde om te gooien. De andere boer zei echter niets en ging te rade bij een vrouw die over bijzondere krachten beschikte. Het volgend seizoen had die ene boer geen rapen, maar onkruid op zijn veld, zodat iedereen hem uitlachte.
Bron
K. Erard, Leuven, 1966
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (ieper)
16
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Reningelst   
Plaats van Handelen
Kruiseke