Hoofdtekst
‘k heb dat altijd horen zeggen: ’t ws hier in de streke, er was ne koster die de kerke gong sluiten. Als hij daar was, daar zat nog een vrouwe in de kerke en hij zegt haar zo: "Ge zoudt beter weggaan want ’t is tijd om te sluiten." "’k En kan niet, zei ze, wat daar op de zulle van de kerkdeure ligt moet eerst weg of ‘k en kan er niet uit."Dat was ne jongen die gezeid geweest had, dat hij een beetje van die gewijde eerde van boven de kiste moest pakken en die op de zulle van de kerkdeure leggen. Hij zou zo al de toveressen van heel de streke kennen. Dat moest zuivere gewijde eerde zijn, die de kiste gedekt had, zei mijn vader.
Beschrijving
Een koster uit Marke die de kerk ging sluiten, zag dat er nog een vrouw in de kerk zat, en zei: "Je zou beter naar buiten gaan, want de kerk zal gesloten worden". Daarop antwoordde de vrouw: "Ik kan niet, want wat daar op de dorpel van de kerkdeur ligt, moet eerst weggenomen worden".
Een jongen had wat gewijde aarde van boven de kist (doodskist?) op de drempel gelegd. Hij had immers van iemand gehoord dat men op die manier heksen kon ontmaskeren.
Een jongen had wat gewijde aarde van boven de kist (doodskist?) op de drempel gelegd. Hij had immers van iemand gehoord dat men op die manier heksen kon ontmaskeren.
Bron
M. Sagaert, Leuven, 1955
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (zuiden)
130
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Marke   
Plaats van Handelen
Marke