Hoofdtekst
TM = Theo Meder
JvW = Jan van Wieringen
MvD = Marie van Dijk
TM: "Wat vertelde je dan? Want dat wil ik wel eens weten."
JvW: "Oh! Nou, d'r was een gegeven eigenlijk van: dan kwam er een vrouw 's avonds op straat met rooie schoentjes en een rood jurkje. En die stond daar. En d'r kwam op een gegeven moment een man aan, en dan gingen ze weg. En op een gegeven moment kwam die vrouw niet meer, en toen kwam d'r een brief in de bus. Nou, dat gegeven: gewoon een heel sec gegeven. Nou, ik zag dat als koekoeksklok aan. En m'n baas, van het huis dus, de eigenaar van de koekoeksklok, die was altijd heel stipt. Dus ik was als koekoeksklok heel tevreden. Dat ik koekoekte altijd netjes op tijd, en die baas ging altijd netjes op tijd naar zijn werk. Maar toen bleek dus dat 'ie... dat de baas achterom ging, en 's avonds een afspraakje had met een dame. En ik raakte als koekoeksklok zo van streek daarvan, dat ik dus doorhad dat 't m'n baas was, dat ik ging koekoeken en het hele huishouden wakker maakte. En de relatie die de... het huishouden, het gezin ontspoorde daarmee gelijk, want het was afgelopen. Nou, toen raakte ik op de rommelmarkt verzeild omdat het huis ontruimd werd, hè, de relatie was uit elkaar. En toen kwam ik later in het universiteitsmuseum terecht. Dat was dus nog een gegeven, dat zat er nog achteraan, dat universiteitsmuseum. Dat was een tentoonstelling. Dus dat kon ik er dus aandraaien, doordat ik op de rommelmarkt van de ene naar de andere... en op een gegeven moment op een tentoonstelling over 'Tijd' terecht kwam. En daar kwam mijn baas dan weer terug, en toen koekoekte ik vijftig keer, want hij was net jarig..."
TM: "Hahaha."
JvW: "Hij werd vijftig jaar. En toen was ik weer plotseling terug bij mijn baas. Maar goed, dat is gewoon een gegeven, van een heel kaal gegeven, en iedereen heeft een eigen verhaal."
MvD: "Maar die gegevens krijg je dus aangereikt?"
JvW: "Die krijg je aangereikt."
MvD: "Die moet je dus hanteren?"
JvW: "Ja. Jaja. Nou, dat is leuk, hè. Ik bedoel: de één deed het vanuit de brievenbus, de ander was dat studentje wat het dus aanzag, en die kreeg een onduidelijke brief in een andere taal, als een soort afscheidsbrief, en die had het verscheurd, en die wist dus eigenlijk niet wat er met die brief aan de hand was. Nou, zo had iedereen wel een verhaal. De ander was een boom bijvoorbeeld, die het zo aanzag wat er gebeurde. Nou, dat is gewoon grappig."
(Interview met Jan van Wieringen, 17 februari 1999)
JvW = Jan van Wieringen
MvD = Marie van Dijk
TM: "Wat vertelde je dan? Want dat wil ik wel eens weten."
JvW: "Oh! Nou, d'r was een gegeven eigenlijk van: dan kwam er een vrouw 's avonds op straat met rooie schoentjes en een rood jurkje. En die stond daar. En d'r kwam op een gegeven moment een man aan, en dan gingen ze weg. En op een gegeven moment kwam die vrouw niet meer, en toen kwam d'r een brief in de bus. Nou, dat gegeven: gewoon een heel sec gegeven. Nou, ik zag dat als koekoeksklok aan. En m'n baas, van het huis dus, de eigenaar van de koekoeksklok, die was altijd heel stipt. Dus ik was als koekoeksklok heel tevreden. Dat ik koekoekte altijd netjes op tijd, en die baas ging altijd netjes op tijd naar zijn werk. Maar toen bleek dus dat 'ie... dat de baas achterom ging, en 's avonds een afspraakje had met een dame. En ik raakte als koekoeksklok zo van streek daarvan, dat ik dus doorhad dat 't m'n baas was, dat ik ging koekoeken en het hele huishouden wakker maakte. En de relatie die de... het huishouden, het gezin ontspoorde daarmee gelijk, want het was afgelopen. Nou, toen raakte ik op de rommelmarkt verzeild omdat het huis ontruimd werd, hè, de relatie was uit elkaar. En toen kwam ik later in het universiteitsmuseum terecht. Dat was dus nog een gegeven, dat zat er nog achteraan, dat universiteitsmuseum. Dat was een tentoonstelling. Dus dat kon ik er dus aandraaien, doordat ik op de rommelmarkt van de ene naar de andere... en op een gegeven moment op een tentoonstelling over 'Tijd' terecht kwam. En daar kwam mijn baas dan weer terug, en toen koekoekte ik vijftig keer, want hij was net jarig..."
TM: "Hahaha."
JvW: "Hij werd vijftig jaar. En toen was ik weer plotseling terug bij mijn baas. Maar goed, dat is gewoon een gegeven, van een heel kaal gegeven, en iedereen heeft een eigen verhaal."
MvD: "Maar die gegevens krijg je dus aangereikt?"
JvW: "Die krijg je aangereikt."
MvD: "Die moet je dus hanteren?"
JvW: "Ja. Jaja. Nou, dat is leuk, hè. Ik bedoel: de één deed het vanuit de brievenbus, de ander was dat studentje wat het dus aanzag, en die kreeg een onduidelijke brief in een andere taal, als een soort afscheidsbrief, en die had het verscheurd, en die wist dus eigenlijk niet wat er met die brief aan de hand was. Nou, zo had iedereen wel een verhaal. De ander was een boom bijvoorbeeld, die het zo aanzag wat er gebeurde. Nou, dat is gewoon grappig."
(Interview met Jan van Wieringen, 17 februari 1999)
Beschrijving
Een koekoeksklok is erg tevreden over zijn baas, want het is een man van de tijd. 's Avonds ziet de klok een vrouw voor het huis, en een man die zich bij haar aansluit. Op een dag komt de klok erachter dat het zijn baas is die het met die andere vrouw houdt. De koekoeksklok slaat alarm, en het gezin komt achter de waarheid. Er volgt een scheiding, en de klok komt op de rommelmarkt terecht. Later komt hij in het universiteitsmuseum te hangen op een tentoonstelling over Tijd. De klok ziet zijn voormalige eigenaar daar en koekoekt vijftig keer voor hem, want hij was jarig en die dag vijftig jaar geworden.
Bron
Interview door Theo Meder en Marie van Dijk op 17 februari 1999 (band archief MI)
Commentaar
17 februari 1999
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21