Hoofdtekst
Er was doa een vromins die knidde (kneedde) in den trog. Olmetnekeer zoagen de minsen een muzeke loeopen. Ze wilden ’t pakken mo ’t liep weg. Van oet ’t muzeke weg was stopte dat vromins van kneen. Achter een half eure was da muzeke er were en dat vromins begoste were te kneen. Het was heurne geest die in die muze zat en elders gienk spoken.
Onderwerp
SINSAG 0591 - Die Seele der Hexe verlässt den Körper in Tiergestalt (als Lichtlein)
  
Beschrijving
Toen een vrouw brooddeeg aan het kneden was, zagen de mensen rondom haar een muis lopen. Men probeerde het muisje te vangen, maar het dier liep weg. Zodra de muis weg was, stopte de vrouw met kneden. Pas toen de muis een half uur later opnieuw verscheen, begon de vrouw weer te kneden. De ziel van die vrouw was in de gedaante van een muis ergens gaan spoken.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (tielt en izegem)
292
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oostrozebeke