Hoofdtekst
Ne joeng hâ broet in zen hân. Hê blier terop en 't worre piepels. De pôters hebben hem euverleze, en hê kos nemie toevere.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Een jongen die brood in zijn handen had, kon vlinders toveren door op het brood te blazen. Nadat de paters de jongen hadden overlezen, kon hij niet meer toveren.
Bron
M. Hermans, Leuven, 1966
Commentaar
2.2 Tovenaars
limburgs (herk-de-stad)
819
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Wijer