Hoofdtekst
Twee vlooien komen elkaar tegen. Die ene vlo heeft een helm en een motorbril op.
Als die andere vlo vraagt waarom dat is, zegt hij: "Ik word steeds wakker in de snor."
"Weet je wat jij moet doen?" zegt die ander, "Je moet gewoon een damestoilet ingaan, en als ze haar broek naar beneden doet, spring je erin."
Afijn, de volgende dag komen ze elkaar weer tegen. De ene vlo heeft weer de helm en de motorbril op.
De ander zegt: "He, maar ik had je toch gezegd wat je moest doen?"
"Ja," zegt die ander, "dat heb ik ook gedaan, maar de volgende dag werd ik weer wakker in die snor!"
(Per email toegestuurd op 29 maart 1999; gehoord van de conciërge van de Universiteit Utrecht)
Als die andere vlo vraagt waarom dat is, zegt hij: "Ik word steeds wakker in de snor."
"Weet je wat jij moet doen?" zegt die ander, "Je moet gewoon een damestoilet ingaan, en als ze haar broek naar beneden doet, spring je erin."
Afijn, de volgende dag komen ze elkaar weer tegen. De ene vlo heeft weer de helm en de motorbril op.
De ander zegt: "He, maar ik had je toch gezegd wat je moest doen?"
"Ja," zegt die ander, "dat heb ik ook gedaan, maar de volgende dag werd ik weer wakker in die snor!"
(Per email toegestuurd op 29 maart 1999; gehoord van de conciërge van de Universiteit Utrecht)
Beschrijving
Een vlo komt steeds weer in de snor van een motorrijder terecht, ook als hij zich in het schaamhaar van een vrouw nestelt.
Bron
email over mondelinge optekening
Commentaar
29 maart 1999
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:20