Hoofdtekst
Te Leef (Zoutleeuw) willen ze hebben, is vroeger een stuk van het dorp vergaan. Dat was een straf van de hemel want ze waren daar niet meer christelijk en ze wilden niet deugen. Op die plaats was eens een meisje aan het water de koeien aan 't hoeden en toen zag ze daar een stok liggen met een rooie zijden draad aan. Ze nam dat op en ze begon zo te draaien met die stok en daar kwam maar geen einde aan die draad. Op 't laatste kwam me daar een klok uit het water, die hing aan de draad, maar 't meisje was zo verschrikt dat ze zei: 'Jezus, Maria' en daarmee viel de klok terug.
Onderwerp
SINSAG 0980 - Der Glockenpfuhl.   
Beschrijving
In Zoutleeuw is vroeger een deel van het dorp vergaan als straf voor de onchristelijke levenswijze van de inwoners.
Op een dag vond een meisje bij het water een stok waaraan een rode zijden draad vastzat. Toen het meisje aan de draad begon te trekken, leek er maar geen einde aan te komen. Uiteindelijk kwam er een klok boven water. Het meisje was echter zo geschrokken, dat ze uitriep: "Jezus, Maria!' Daarop viel de klok terug in het water.
Op een dag vond een meisje bij het water een stok waaraan een rode zijden draad vastzat. Toen het meisje aan de draad begon te trekken, leek er maar geen einde aan te komen. Uiteindelijk kwam er een klok boven water. Het meisje was echter zo geschrokken, dat ze uitriep: "Jezus, Maria!' Daarop viel de klok terug in het water.
Bron
F. Beckers, Leuven, 1947
Commentaar
8. Legenden
zuid-limburgs
fabulaat
Cfr. A. De Cock, Het veen bij Zout-Leeuw en I. Teirlinck, Brabantsch Sagenboek, Deel I, Gent, 1909, p. 50-51
en J.- F. Vincx, Het veen van Zout-Leeuw - Twee volkslegenden, in: Sagen en legenden uit het Hageland, Lier, 1906, p. 80-83
en J.- F. Vincx, Het veen van Zout-Leeuw - Twee volkslegenden, in: Sagen en legenden uit het Hageland, Lier, 1906, p. 80-83
Naam Overig in Tekst
Maria   
Jezus   
Naam Locatie in Tekst
Binderveld   
Plaats van Handelen
Zoutleeuw