Hoofdtekst
Toen ik zo een jaar of 13-14 oud was, toen was ik koehoeder op de pachthof "Den Draak" bij Tij Kuringen. ’s Winters moest ik daar altijd helpen de koeien voederen in de stallen en ’s avonds ging ik altijd thuis slapen. Ik woonde daar maar een paar honderd meter van af. Dat pachthof lag in de Rozenstraat en daar waren ze ’s avonds altijd aan het praten van spoken en heksen en dan was ik altijd bang en dan durfde ik niet naar huis gaan en dan zat ik daar en op den duur kon ik niet anders dan naar huis gaan, anders werd het te laat en toen ik daar buitenkwam en ik was een vijftig meter verder kwam daar ne grote zwarte hond op mij af. Dat was een spook. Ik viel bijna dood van schrik. Dat was ne grote zwarte hond en die had zo grote glazen ogen, zo glinsterende ogen.
Beschrijving
Een jongen die op pachthof 'Den Draak' werkte, zag 's avonds op de weg naar huis een grote zwarte hond op zich af komen. De hond had grote schitterende ogen.
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
limburgs (tussen hasselt en beringen)
125
Omstreeks 1895
memoraat
Naam Overig in Tekst
'Den Draak' (pachthof) 
'Den Draak' (pachthof) 
pachthof 'Den Draak'
pachthof 'Den Draak'
Naam Locatie in Tekst
Kuringen
Kuringen