Hoofdtekst
D’r was een die smout aan ’t smelten was. Hij had altijd maar een katte rond hem en achter een tijdeke begoste hem dat tegen te steken. Hij peinst: "’k Zal z’hebben". Hij gloeit de kotterare en slaat ermee naar de katte. ’s Anderendaags liep Welle Devaere met heel haar nen nekke verbrand.
Onderwerp
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
  
Beschrijving
Een man die varkensvet aan het smelten was, ergerde zich aan een kat die de hele tijd rond hem liep. De man gooide de gloeiende kachelpook naar het dier. De volgende dag had een vrouw uit de buurt een verbrande hals.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (houtland)
449
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Ichtegem