Hoofdtekst
Leuridan hèd e keer misleid geweest, oetie zijn zieke broere ging bezoeken ’s navens. Je tjoolde heel de nacht rond up een bane dat ne pertank heel goed kende, en je zag ten langer leste een klein luchtje branden en je ging er naar toe, en je kwam uut aan ’t huzeke van Treze Landuyt, die daar stond en dansen in huus en olle soorten rare toeren te doen.
Beschrijving
Een man die 's avonds zijn zieke broer ging bezoeken, raakte verdwaald. De man moest de hele nacht ronddolen op een weg die hij nochtans goed kende.
Bron
M. Reynaert, Leuven, 1965
Commentaar
west-vlaams (ieper)
218
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zandvoorde