Hoofdtekst
Beschrijving
In Bellingen zou ooit een vrouw hebben gewoond, die ervan werd verdacht een toveres te zijn. Een man ging op een zaterdag in het café kaarten, terwijl zijn vrouw naar de naaister ging. De man had afgesproken dat hij zijn vrouw zou gaan ophalen. De man verkleedde zich met een laken over zijn hoofd en liep in het veld heen en weer. Men had ook een kaarsje in een uitgeholde biet gezet. Met die farce wilde men twee mannen bang maken, die op zaterdag altijd naar de barbier gingen.
Bron
M.-J. Deraemaeker, Leuven, 1977
Commentaar
2.1 Heksen
brabants (zuid-west)
22B
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Bellingen   
Plaats van Handelen
Bellingen