Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

FRAMO0139_140_26415

Een sage (mondeling), 1975

Hoofdtekst

A: Maar wat dat ik nog weet, van Fretje. Hebt gij nog horen kouten van Fretje?X: Neen.A: E wê, dat is nog van in mijn tijd wê. Dat was een vrouwtje die woonde al de Molenaarelst, ze moeten dat al die kanten nog weten waar dat Fretje gewoond heeft. Ik heb ze dikwijls gezien gehad. Dat was een oud wijveke dat speldenwerkte en alle weken naar Julia Engels kwam met haar speldenwerk voor te verkopen né. Met hetgeen dat ze gespeldenwerkt had voor te verkopen. En als ze weerkeerde, ze deed al de cafés. Zodus wij woonden daar op de hoek in dat café en als mijn moeder haar zag afkomen, ze sloot al de deur om Fretje niet te hebben, want ze geraakte ze nooit kwijt. Ze dronk al haar geld op van haar speldenwerk né. Maar Cyriel Verdonck, ‘k weet niet of je hem nog gekend hebt, die een jaar ouder is of ik.B: Van Pierre Verdoncks.A: Van Pierre Verdoncks. Van Yvonne Verdoncks. Ge kent Yvonne Verdonck. E wê haar broer die jonger is dan Yvonne. Cyriel, hij woont nu in Westrozebeke. Wel, Cyriel was toen zeker een jaar vijf of zes en was dodelijk ziek. Gauw, ze zagen er geen uitkomst meer aan, hij ging doodgaan. En Lène, zijn moeder, is met Cyriel naar de paters geweest naar Ieper. En die pater heeft dat belezen en bedaan en die pater zei tegen Lène: "Luistert een keer hier, er komt bij jullie regelmatig een vrouw die altijd haar hand op dat kind legt. Ge moet die vrouw ’t huis verbieden en ‘k ga je een fles water geven dat ik gewijd heb en ge moet iedere dag een druppel geven van dat gewijd water. En als je die vrouw gaat dat huis verboden hebben gaat dat kind weer genezen zijn. En als ze voort komt gaat dat kind dood gaan." En ze hebben toen gepeinsd wie dat dat kon zijn en ze zeggen: "Dat kan niemand anders zijn of Fretje" – die speldenwerkte né. En ze hebben Fretje ’t huis verboden en sedertdien is Cyriel gebeterd, daardoor.B: Dat is ook waar wê.A: Maar ‘k moet dat nog vertellen van Fretje. ‘k Was een keer met mijn moeder alleen thuis als Fretje inkwam né, dat ze haar speldenwerk weggedragen had hé. En ze was al zodanig dronken, ja ze had al een hele voornoen in "’t Kanon"gezeten. Ze was als dronken… maar meest van al in "’t Kanon", ze zat daar meest van al. En ’s achternoens ze komt t’onzent, oeigepatat (stomdronken), en ze vroeg bier. En ja, mijn moeder durfde niet anders of bier geven. ‘k Zeg het, ze was er benauwd van. Ze was vergeten van de deur te sluiten. En Fretje moest naar de koer. En wij hadden nu een W.C. waar dat de deur al binnen openging. In plaats, doorgaans, een W.C.-deur gaat al buiten open, maar die deur ging nu eigenlijk al binnen open. En Fretje, in plaats van op de bril, dat was overtijd al op brillen né dat ze zaten, dat is niet lijk nu. In plaats van zich op de bril te zetten, al dronken zijn, ze was er nevens gevallen. Ze had daar haar water gemaakt al op de grond liggen. Zodanig dat ’t onder de deur uitliep naar buiten. En Fretje lag daar lelijk te doen, ‘t kon niet meer recht. Ten langen laatste zegt mijn moeder: "Fretje" en ze ging met mij mee voor die deur open te doen. Ze kon al geen kanten die deur open krijgen aangezien dat Fretje al de binnenkant lag né, ge kunt wel peinzen. En al genoeg steken en doen en zeggen: "Schuift een keer een beetje op", ‘k kon eigenlijk door die deur. Met een gerretje ja, ‘k was maar een klein mannetje né. En ‘k heb, volgens dat ik kon, ja, ‘k kon, zij was groot wê om alleen weg te trekken. Maar toch; hoe dat dat toen gegaan is, ‘k weet het niet, zodanig dat mijn moeder toch de deur openkreeg. En ’t had een lange rok aan, tot heel van onder né. Met zo’n grote zoom zie, voorzeker wel een centimeter of twintig en rondom die zoom né, van binnen né, dat was lijk al in beurzen alzo, dat zat al vol papieren.X: Papieren?A: Papieren ja. Al geschrift. En Fretje heeft altijd gezeid gehad dat zij veel papieren had en dat ze daarmee veel kon doen en dat ze veel kwaad kon stichten. ‘k Mag dat zeggen, want ‘k heb dat eigenlijk gezien. Dat is nog van in mijn tijd, dat is all, ‘k ga een keer zeggen wê, rond het jaar dertig. Niet erachter eer ’29, ’t jaar ’29, 30, in die ronde…

Onderwerp

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Beschrijving

In Beselare woonde een oude kantwerkster die iedere dag op café ging wanneer ze haar kantwerk had verkocht. Zo gaf die vrouw al haar geld uit aan drank. In een huis had men een jongen van vijf of zes jaar, die doodziek was. Toen men met het kind naar de paters ging, spraken de geestelijken: "Komt er bij jullie regelmatig een vrouw die haar hand op het kind legt? Je mag die vrouw niet meer binnenlaten en je moet de jongen iedere dag een druppel wijwater geven". De mensen dachten diep na en besloten dat de kantwerkster wel eens de vrouw kon zijn, over wie de pater had gesproken. De kantwerkster werd niet meer binnengelaten en het kind genas.
Op een dag was de kantwerkster bij mensen uit Beselare op bezoek. Ze was al stomdronken toen ze aankwam en vroeg nog meer bier. Toen de vrouw naar het toilet ging, viel ze daar op de grond, zodat men de deur, die naar binnen draaide, niet meer openkreeg. Nadat men de vrouw eindelijk uit haar hachelijke positie had kunnen bevrijden, zag men dat de zoom van haar rok vol papieren zat. De vrouw beweerde altijd dat ze met die papieren veel kwaad kon stichten.

Bron

F. Ramon, Leuven, 1975

Commentaar

2.1 Heksen
west-vlaams (ieper)
3
fabulaat

Naam Overig in Tekst

Fretje    Fretje   

Naam Locatie in Tekst

Beselare    Beselare   

Plaats van Handelen

Beselare    Beselare