Hoofdtekst
’t Wos hier ne vent in Beselare, die vele koste. ‘k Ga zine name niet noemen, wan j’hèd hier nog kleinkinders weunen in Beselare, maar den dien zei: "’k Ga zundag d’heksen doen vastzetten." En diene zundag stonden zes toveressen vastgezet voor de kerkedeure met een waneschorte (voorschoot) aan.
Onderwerp
SINSAG 0666 - Zauberer bannt an den Ort.   
Beschrijving
In Beselare woonde een man die over bijzondere krachten beschikte. Op een zondag toverde de man bij de kerkdeur zes toveressen die een schort droegen, vast aan de grond.
Bron
M. Reynaert, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (ieper)
310
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Beselare   
Plaats van Handelen
Beselare