Hoofdtekst
D’er was hier ne kleermaker die veel werk had en dat hij ook de kabouters aanriep. En kijk op een twee, dreje waren ze dare en naaien en doen en stoffen snijen. En op een niet (direct) was ’t al gedaan. En z’hingen ’t op kapstokken. Ja, jaak en ook dat de kaboutermannekes hielpen bakken en den oven heten, dat heb ik ook nog gehoord.
Beschrijving
Een kleermaker uit Beernem die veel werk had, liet de kabouters komen om hem te helpen. De kabouters zorgden ervoor dat het werk in een mum van tijd klaar was en ze hingen de afgewerkte kledingstukken op kapstokken.
Kabouters hielpen ook vaak met het bakken van het brood.
Kabouters hielpen ook vaak met het bakken van het brood.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.2 Aardgeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
9
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Beernem   
Plaats van Handelen
Beernem