Hoofdtekst
Er was daar ’n man en het toverde daar altijd in huis. Er was altijd iets verkeerd. De kinders konden nie slapen of ’t was iets anders. ’t Is wel verre na de paters, zei die man - zijn naam zeg ik liever niet - maar we zullen toch eens naar Steenbrugge gaan. En als hij terug kwam zei hij dat de paters alles gevraagd hadden en ook uit ’n boek gelezen hadden. En z’hadden gezegd: ’t zal nu niet meer verkeren! En inderdaad. ’t Was sedert dan gedaan.
Beschrijving
Een man ging te rade bij de paters van Steenbrugge omdat het spookte in zijn huis. Nadat de paters de man hadden ondervraagd en vervolgens in een boek hadden gelezen, spraken ze tot de man: "Het zal nu niet meer spoken!" Zo was het ook.
Bron
L. Cumps, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (z van brugge)
413
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Steenbrugge (paters van)   
paters van Steenbrugge   
Naam Locatie in Tekst
Oostkamp   
Plaats van Handelen
Steenbrugge