BVANG0309_0309_45316

Memoraat.Kleermaker aanroept duivel. Duivel steekt hem in zak maar hij mag er terug uit. Boer steekt bok erin. Bok stampt kleine duivels in de hel kapot.Daar heb ik van zijn leven ook horen van klappen, van de duvel. Hoe was dat ook. De Scheper in de tijd die kost daarover vertellen.En dat was zo heet. Die was in de hof gaan zitten, die was onder de pereboom gaan zitten. Daar vielen pruimen, schoon pruimen. Toen riep die: "De duvel mag me halen als ik er één van opraap." Bediejeme hoort die iets wezzeren. De duvel was daar. De duvel stak die in een zak. Die kleermaker, als die daar aan 't rij was: "Ik zal mijn leven lang voor u werken als ge me eruit laat." Ja, hij mocht eruit. "Wacht, zei die boer, ik heb hier nog een jonge bok." De boer stak die daarin. De duvel komt; de duvel pakt die zak. Die ging naar de hel. Die bok maar werken en springen. Alle klein duvels kapot. Nu mocht er van zijn leven geen kleermaker niet meer in de hel.

Een kleermaker ging bij heet weer onder de perenboom in zijn tuin zitten. Toen er pruimen (?) op de grond vielen, riep de man: "De duivel mag me halen als ik er één opraap". Even later hoorde de man de duivel aankomen. De duivel stak de kleermaker in zijn zak. Toen de kleermaker aan de beurt (?) was, zei hij: "Ik zal mijn hele leven voor je werken als je me eruit laat". De kleermaker raakte uit de zak en de boer stak er een jonge bok in. De duvel kwam, nam de zak en bracht die naar de hel. De bok ging wild tekeer en schopte alle kleine duivels dood. Daarna mocht er geen kleermaker meer binnen in de hel.

B. Van Grieken, Leuven, 1965

6. Sagen - Sprookjes

antwerps (westerlo en omgeving)

816

fabulaat

Voortkapel-Westerlo    Voortkapel-Westerlo