Hoofdtekst
Dat is niet verre van t’onzens gebeurd. Ze staken vroeger ulder geld weg en vroeger was dat lerie (= lederen) geld, zeggen ze.En ’t was hier ook ‘ne put. En als de mensen passeerden langs die put, dat waaide en dat zoefde en dat deed lelijk. En ze zeien: "Der moet daar toch iets zijn dat werekeert van die mensen." En dat duurde en dat bleef duren. En ze deden daar ‘ne keer de bomen uit en ze vonden daar "lerie" geld. En ze deden dat naar de paster voor messen te doen hé, en ’t hield op!
Onderwerp
SINSAG 0401 - Der verborgene Schatz.   
Beschrijving
In Kaster was een put waar bijzondere dingen gebeurden. Als men voorbij de put wandelde, begon het opeens erg te waaien en hoorde men een vreemd gezoef. Toen men de bomen rond de put wegdeed, vond men er lederen geld. Nadat men dat naar de pastoor had gebracht om missen te laten doen, gebeurde er niets vreemds meer bij de put. Het was een teruggekeerde dode geweest.
Bron
F. Van Houdenhove, Leuven, 1967
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (tussen schelde en leie)
223
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Kaster   
Plaats van Handelen
Kaster