Hoofdtekst
De Bokkerijers, ich heb doa wel van geweten, mè dat valt mich nie bij. 's Nach(t)s gingen die op bokken uit en dan gingen ze allekanten stelen. Ze bonden de minse vas(t) en dan stalen ze hun geld.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
De bokkenrijders vlogen 's nachts rond op een bok om te gaan stelen. Ze bonden de mensen vast en beroofden hen daarna van hun geld.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
4. Historische sagen
limburgs (tongeren en omstreken)
214
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Vreren