Hoofdtekst
Beschrijving
De misdienaars van Tielen hadden een heiligdom onder de kerkdeur gestoken. Na afloop van de mis bleven twee vrouwen in de kerk zitten. Na een tijdje stonden die vrouwen toch op. Ze liepen eerst naar de grote deur en vervolgens naar de kleine, maar geraakten niet buiten. Toen de pastoor de kerk kwam sluiten, waren de vrouwen er nog steeds. Hij vroeg hen wat ze daar deden, maar ze antwoordden niet. Eén van de misdienaars kwam de pastoor vertellen wat er was gebeurd. Toen de pastoor het heiligdom wegnam, konden de heksen buiten.
Bron
J. Van Hout, Leuven, 1962
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (geel, gierle, kasterlee, lichtaart,...)
289
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Tielen   
Plaats van Handelen
Tielen