Hoofdtekst
I -En wanneer denkt ge dat het zo spookuur is of zo, wanneer denkt ge dat de spoken het meest actief zijn?25 -Ik denk middernacht hé, middernacht is toch.26 -Van voren in de avond ieverst zeker, (de rest werd zo stil gezegd, dat het niet meer vestaanbaar is)I -Bij schemering?26 -Ja, ja.25 G’ -Ik zelf ben nooit van den Dolf gereden, gij hebt dat voorgehad hé, maar ik heb ...II -Ik heb dat een keer horen zeggen van een die op een kouter binnengegaan was langs een draaiboom hé, allez, een mes, ‘t was geen kouter en hij was ven den Dalf geleed zei hij, en hij geraakte niet meer van die mes (weide), hoe dat hij ook probeerde, hij geraakte er niet meer af. 25 -Ja ja.II -Weet ge wat dat ook waarschijnlijk was, als ze twee uur over tijd waren, voor bij hun vrouw nen uitvlucht te hebben.25 -Ook, ook.II -Allez, dat peins ik hé.26 -Maar telt dat allemaal, zouden ze daar rekening mee houden in ‘t school?
Onderwerp
SINSAG 0291 - Mensch von Mahr beritten   
Beschrijving
Een man die langs een draaiboom in een weide was beland, raakte verdwaald en kon de weide niet meer verlaten. Hij was 'van de Dolf gereden'.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
25G'
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Goriks-Oudenhove