Hoofdtekst
In den tijd, ’k heb ons moeder dat nog diksels horen vertellen. Ze hadden thuis ne wagen op de koer staan. Daarop lagen 2 aweelen (houwelen). Ze werden gestolen. Ze gingen om paster Scholde te Zegelsem. “’t Zal een vrouwe binnenkomen en ze zal ze op de grond leggen, maar ze zal niets zeggen en gulder moogt ook niets zeggen of doen”, zei ’t ie. En ze is gekomen.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
Op een boerderij in Nederbrakel waren twee houwelen gestolen. De mensen gingen de pastoor halen, die zei: “Er zal een vrouw binnenkomen. Ze zal de houwelen op de grond leggen zonder iets te zeggen. Jullie mogen ook niets zeggen”. Alles gebeurde zoals de pastoor het had voorspeld.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
453
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Nederbrakel   
Plaats van Handelen
Nederbrakel