WACHT0370_0372_3876 - Krans in kussen, kind tijdig gered - overlezing

Op school, de gasten zaten bijeen en die vrouw die had dan de naam hè, Joke T. was dat. 'Uw ma is een heks.' Negen en negentig hebben bang van mij,zei ze, maar de honderdste toch niet. Tot nu toe, als ze de dochter ziet jong, ze houdt er geen oog van af en dat vind ik toch echt kurieus. Dat kind dat ging altijd maar achteruit, dat was zeker al twee maand ziek. En dokters, drie vier dokters hier gehad, specialisten. Ze vonden niks. Toen waren daar mensen: 'Dat kind is niet ziek.' 'Ha, jawel.' 'Dat kind is niet ziek.' Ze zegden dat dat kind aandreef. Wacht maar eens wat, ge wilt niet luisteren, ge gaat het voelen. En zo op een vieze keer, ik zeg: 'Potverdomme nog niet.' Ik ga naar boven en ik pak die boel en ik ga dat nakijken. En ik had die vrouw hiertegenover gehaald en die had me dat ook al gezegd. Ik zeg: 'Ja Marie, nu ga ik dat toch eens nakijken.' 'Ja, ge hebt gelijk', zei ze. En als we toen begonnen, ik verschrik me echt. Dat hing allemaal ineen, dat was wind haarkussens hè. En dat hing allemaal ineen of het een paternoster was hè, daar was een volledig kruis aan. Maar hij was niet gans gereed en toen zei die vrouw ook: 'Awel', zei ze, 'als hij gesloten was, was het kind ook weg.' Ik zeg: 'Zoudt ge een gedacht hebben, Marie?' 'Jazeker', zei ze. Dat was het kind hè, vijf jaar was ze en toen had ik haar in een ander bed gelegd en het kind dat had altijd koorts en we wisten van niks. 's Nachts sliep die niet, overdag sliep die maar 's nachts niet. En toen had ik een pater laten komen en die had het huis gezegend. Die was 's zondags hier geweest en de mensen zegden: 'Die het u gelapt heeft die moet komen, hetzelfde wat.' Potverdomme maar die was toch hier 's maandags hè. Die was gekomen in de winkel en ik had het wijwater daar nog staan op de kast. En ik ben seffens naar achter gekomen en ik heb me een kruis gemaakt. En toen zei het kind: 'Ma wat is dat?' Dat had ze al gehoord in de winkel en toen zegt ze: 'Wat zegt die? Wie is dat ?' Ik zeg: 'O ja.' (haalt de schouders op). Toen kwam ze vragen: 'Maakt de man nog schoenen?' Ik zeg: 'Ja, waarom zou de man geen schoenen meer maken?' 'O, het is goed.' Maar ik heb haar nooit niet meer gezien. Ja, daar waren mensen die zegden: 'Als ge daarop let en die moet komen', zegt ze, 'ik heb dat nogal meer meegemaakt', zei ze. En potverdomme nog toe, 's maandags was ze hier. En ze kon gaan waar ze wilde, ze kwam haar tegen maar in het oog heeft haar, diezelfde nog altijd. Dat is echt de waarheid. En daarmee, ik kan dat mens geen goeiedag zeggen.

SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste    SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   

Een kindje was al twee maanden ziek en kon door geen enkele dokter geholpen worden. Toen een vrouw het kussen van het kind opensneed, vond ze een krans van haren. De haarstrengen waren heel strak in elkaar gevlochten. Gelukkig was de krans nog niet volledig gesloten, want anders zou het kindje gestorven zijn. Een tijdje geleden had de moeder een pater laten komen omdat het kind koorts had. Nadat de pater 's zondags van Rekem het huis was komen zegenen, hadden de mensen gezegd: "Verdorie, Marie, de heks die je dat heeft aangedaan, zal beslist langskomen". Op maandag stond Joke T. in de winkel.

W. Achten, Leuven, 1971

2.1 Heksen

midden-limburgs

a' + a' (2)

memoraat

Joke T.    Joke T.   

Marie    Marie   

Zutendaal    Zutendaal   

Rekem    Rekem