Hoofdtekst
Tovenaar geeft dieven een afstraffing.Boeckaert was op wandel en ie was hij op wandel in de bosschage. En der kwamen twee mannen en ze moesten zijn horloge hên.“Ha,zegt ie, wa ga’ gulder daarmee doen? Ge meugt ze gij hên, maar, zegt ie, draagt er zorg’af en brengt ze tuus naar huis.”Maar z’en koesten zulder gene voetstap ne meer gaan. Ze stonden der van in de veurnoene en as ’t avend was stonden ze daar nog. En ze vraagdegen zulder wel veur verlost te zijn, maar ’t en was niemen die ze koest helpen.Maar deur den duur was Boeckaert daar were en hij vroeg hij d’horloge en ze waren kontent om d’horloge te geên. En zegt hij: “En vraagt nooit aan geen oude mensen ulder dingen af, zei ’t ie, g’en moet dat nie doen.”
Onderwerp
SINSAG 0666 - Zauberer bannt an den Ort.   
Beschrijving
Een man die in de bossen aan het wandelen was, werd benaderd door twee rovers die zijn horloge wilden. De man gaf zijn horloge met de woorden: "Wat gaan jullie daarmee doen? Jullie mogen mijn horloge hebben, maar draag er zorg voor en breng ze terug naar huis". De mannen konden echter geen stap meer verzetten. Die avond stonden ze daar nog steeds. Toen de man opnieuw bij de rovers kwam, waren deze laatsten blij dat ze het horloge konden afgeven. De man sprak tot hen: "Vraag nu nooit meer om de bezittingen van oude mensen te hebben".
Bron
R. De Geeter, Gent, 1952
Commentaar
2.2 Tovenaars
oost-vlaams (zuiden)
187
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Berchem