Hoofdtekst
Hier in de Veldekesstrate op Aaigem (Adegem) en daar werktigen ze dikkels (dikwijls) in de potten en de pannen ’t senavends. En de pannen en de emmers smeten ze omverre. Z’hen zilder (zij) daar niets voor gedaan om da weg te krijgen en dat is ook dood gebleven. Maar ‘k he mijn vadre te frente (verschillende) keren horen vertellen dat hij niets gezien heet of dat hij op nen avond naar huis kwam en dat er zoveel ratten op den appelare zaten of dander blaren waren en da was te middent de winter. En da was ook op dat hof van de Veldekensstrate.
Beschrijving
Op een boerderij in de Veldekensstraat in Adegem had men te kampen met een rattenplaag. 's Avonds zag men de appelboom bij die boerderij vaak krioelen van de ratten. Ook gebeurde het dat die appelboom tijdens de winter bladeren had.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
228
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Adegem   
Plaats van Handelen
Adegem   
Veldekensstraat (Adegem)