Hoofdtekst
AK: "Ik weet dat het niet waar is over het boze oog. Eigenlijk geloof ik er niet in, maar ja, het overkomt je toch wel, en dan ga ik twijfelen. Bijvoorbeeld: ik was 10 jaar oud en mijn zusje was toen vier. Ze was al een tijd ziek. Mijn vader sprak toen slecht Nederlands, en ik moest altijd tolken. We gingen met mijn zusje naar de dokter. Misschien hebben we het de dokter niet goed kunnen uitleggen, maar... De dokter kon niets vinden en hij zei dat mijn zusje gezond was. Maar thuis was mijn zusje weer ziek en lag ze met hoge koorts. Toen begon ik toch te denken aan het boze oog. Ik heb toen heel veel gebeden. Zelfs "laat mij maar doodgaan in plaats van mijn zusje. Laat mijn zusje leven en laat mij maar doodgaan." Dat heb ik gebeden met mijn 10 jaren. Uiteindelijk zijn we met mijn zusje naar de hodja gegaan. Wat die gedaan heeft, weet ik niet meer, maar daarna is ze beter geworden. Niet door de dokter."
(Verteld te Utrecht in het Volksbuurtmuseum op 25 augustus 1999)
(Verteld te Utrecht in het Volksbuurtmuseum op 25 augustus 1999)
Onderwerp
TM 3117 - De kwade hand (het boze oog)   
Beschrijving
De zus van de vertelster was ziek. De dokter zei dat ze gezond was. De ziekte zou aan het Boze Oog te wijten kunnen zijn. De zus is uiteindelijk genezen na een bezoek aan de hodja. De vertelster heeft ook veel voor het leven van haar zusje gebeden.
Bron
afschrift bandopname 25 augustus 1999 (archief MI)
Commentaar
25 augustus 1999
De kwade hand (het boze oog)
Naam Overig in Tekst
Boze Oog   
Nederlands   
Datum Invoer
2013-03-01 14:46:21