Hoofdtekst
Hier aan de kerk was een stamenee (herberg) en daar ten twaalven van de nacht kwamen ze uit dat stamenee en ’t er was hier ne moller (molenaar) hé, en op ’t plein kwam er daar nen ezel hem rollen en te huilen zei hij; en ze gingen er naartoe voor hem te pakken en ’t er was daar nen tweeden; ginder rolldegen hem weer enen en ’t er kwamen er zo veel hé dat ze allemaal aan ’t lopen waren!
Beschrijving
Enkele mensen kwamen om middernacht uit een herberg bij de kerk in Schendelbeke. Een molenaar zag op het plein een ezel die balkte en over de grond rolde. De molenaar ging dichterbij om de ezel te vangen. Het volgende ogenblik lag het plein vol rollende ezels, zodat de mensen allemaal bang wegliepen.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
oost-vlaams (denderstreek)
198
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Schendelbeke   
Plaats van Handelen
Schendelbeke