Hoofdtekst
’t Was daar ene die met ne weerwolf verkeerde. Ze spinde zij; op nen avond dat ze naar huis kwam, sprong er ne weerwolf op haar. Dat was hij die zijn lief kwam martelen. Maar ’s anderendaags had ze het gezien, want de draads van haars spinnewiel hingen nog in zijn tanden.
Onderwerp
SINSAG 0801 - Werwolf lässt sich tragen.   
SINSAG 0823 - Das zerbissene Tuch.   
Beschrijving
Een meisje dat een relatie had met een weerwolf, ging ’s avonds spinnen. Op haar weg naar huis werd het meisje door een weerwolf besprongen. De volgende dag zag het meisje de draden van haar spinnewiel tussen de tanden van haar vriend hangen.
Bron
M.-P. Kesteleyn, Leuven, 1964
Commentaar
1.6 Weerwolven
oost-vlaams (vlaamse ardennen)
492
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zulzeke