Hoofdtekst
Aan de kant van de Schans was er ene die gong altijd uit dorsen. In den dag gongen die rond en 's avonds kwam hij dan heivers, zo, met de vlegel over de nek. En daar zaten mertoe katten rond hem. Dat gong hem niet. Hij pakte zijne vlegel en hij houwde hier, en hij houwde daar. En toen had hij er zeker vijfentwintig achter zich. Die was blij dat hij thuis was geraakt.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
SINSAG 0311 - Weisse Frau ist eine zurückgekehrte Tote.
  
SINSAG 0341 - Die vermehrten Hasen: wenn der Jäger (Wilderer) auf einen schiesst, zeigen sich viele.
  
Beschrijving
In de buurt van de Schans in Opoeteren ging een man zijn graan dorsen. Toen de man naar huis ging, werd hij omringd door katten. De man sloeg met zijn dorsvlegel naar de dieren, maar dat hielp niet: de katten werden alsmaar talrijker. Daarop haastte de man zich naar huis zo snel hij kon.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Opitter   
Plaats van Handelen
Schans (Opoeteren)   
Opoeteren