Hoofdtekst
E woaterduvel, ze zoen(den) da mee mè je, da liep mè je mee, achter je en da makte gerucht mè ketens mo je zag nietent.
Beschrijving
Een waterduivel volgde voorbijgangers. Men hoorde de waterduivel met kettingen rammelen, maar men kon hem niet zien.
Bron
M.-R. Nijsters, Leuven, 1969
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (nw van houtland)
109.3
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Roksem