Hoofdtekst
26 B -Ja, ja het is echt waar hé! maar en awel en die vrouw, ‘t was één van Sint-Goriks hé, die de naam ôt (had) allez dat ze iets kon. 25 -Dat ze iets meer kon of een ander.26 -Ja, en ‘s andrendaags is ze hier gekomen.25 -Ja, dat is waar, dat weet ik nog.26 -En ons jongens speelden daar in die mes (weide) hé en ze ging langs daar naar huis hé, want er liep daar een baantje daartussen.25 -Dat is al lang verdwenen.26 -Ginder al den (het) bos hé en thuns (dan) liep dat baantje al daar omhoog hé en ons jongens speelden daar in dienen mes en ik ben daarachter gegaan voor te zien of dat ze toch niets aan de jongens en deed, ‘t is echt waar ze wat ik hier zeg.I -En hoe heette die heks?26 -Ja, Maria heette ze, maar ik weet haar achternaam toch niet , want d’er waren hier verschillende ze die de naam ôn (hadden).25 -Ja, dat waren mensen die zogezegd konden toveren. 26 -Maar de die ja ja ...II -En zag de die er een beetje lelijk uit of?25 -Nee, nee dat was een normaal mens26 -Ah, jaot, maar alles wist ze, ze wist toch allus ze!Ja en dat zij hier ‘s andrendaags ...
Beschrijving
In Sint-Goriks-Oudenhove woonde een vrouw die ervan werd verdacht over bijzondere krachten te beschikken. Een vrouw die haar kinderen in de buurt van die vrouw zag spelen, hield een oogje in het zeil.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (groot-zottegem)
26B
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Sint-Goriks-Oudenhove   
Plaats van Handelen
Sint-Goriks-Oudenhove