Hoofdtekst
Aan ’t Leffings kasseitje (= kasseiweg), ’t is daar een duikertje (= aquaduct) en ’t zat daar een waterduivel met een keten aan z’n nekke. As (= als) de mensen voorbij gingen je (= hij) sleurde ze in ’t water en je (= hij) riep“lap ik het hier lap ik het daar” zei ten (= hij)En de mensen dosten (durfden) daar niet meer voorbijgaan.
Beschrijving
Niemand durfde nog over het bruggetje aan de kasseiweg in Leffinge te gaan. Daar zat namelijk een waterduivel met een ketting rond zijn nek. Voorbijgangers werden in het water gesleurd terwijl de waterduivel riep: "Lap ik het hier, lap ik het daar!"
Bron
J. Aspeslagh, Leuven, 1958
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (kamerlingsambacht)
2
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Middelkerke   
Plaats van Handelen
Leffinge