Hoofdtekst
’t Wos e keer missie up de parochie en de boerinne zei: "Zou je gij naar ’t sermoen van de paters niet gaan?" "Ba ja’k", zei ‘k oe zwo en den hond liep een endeke mee maar ommettekeer dien hond sprong, tussen min benen, en ‘k zegge: "Wuk es dat nu?" maar ‘k zag het met ne slag. ’t Stond daar een wuveke in den dijk, vanwaar of hoe dat ze daar gekomen wos, weet ik niet, ‘k koste der noch kop noch steert aan krijgen.
Onderwerp
SINSAG 0594 - Verwandlung von Hexentier in Frau erspäht.
  
Beschrijving
Een man wilde tijdens de missie naar het sermoen van de paters gaan luisteren. Onderweg kwam de man een hond tegen, die hem de weg versperde. Even later stond er een vrouw in de dijk, die uit het niets was opgedoken.
Bron
M. Reynaert, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (ieper)
179
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Mesen