Hoofdtekst
Daar was 'ne knecht, die had zich verhuurd bij 'ne boer. Die werkte den helen dag hard, maar voor en na de zon wou hij niet werken. Als de zon weg was, hield hij d'rekt op, en 's morgens deed hij ook niks. Ook al maar weer eens naar de geestelijke. En de geestelijke zei: 'Ge moet hem eens visenteren of hij geen boekske of gene brief in zijn malen heeft.' En ze vonden een boekske in zijn kleren. De pastoor had gezegd: 'Als ge wat vindt, moet ge den oven gloei stoken, en het er in gooien.' Ze gooiden het erin en daarmee stond de knecht medeine voor den oven en hij lamenteerde en lamenteerde. Maar toen het opgebrand was, toen was hij blij dat hij er van af was.
Onderwerp
SINSAG 0753 - Zaubermacht gebrochen; Geistlicher verbrennt Zauberbuch.   
Beschrijving
Een boer die een knecht in dienst had, vond het vreemd dat de jongen niet wilde werken vóór zonsopgang of na zonsondergang. De boer vertelde het bizarre verhaal aan een geestelijke, die zei: "Je moet eens uitzoeken of de knecht geen vreemd boekje of een vreemde brief in zijn bezit heeft. Als je iets vindt, dan moet je het in de oven gooien." De boer vond inderdaad een toverboekje, dat hij onmiddellijk verbrandde. Toen het boekje in het vuur lag, stond de knecht te jammeren, maar toen het was opgebrand, was hij erg opgelucht.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
2.3 Toverboeken
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Bree