WACHT0304_0305_3732 - Boerderij: overlezen

Ik kende ene jongen, die zijn ouders dat waren redelijke boeren en die zat op die winning en die moest die winning verlaten. Die moest de winning verlaten, alles was kapot. Die mens kreeg zo tegenslag hè. Dan was een koe kapot en dan ging zijn paard kapot en zo was er altijd wat en dan de varkens en het kalf. Die mens had tegenslag dat hij op het laatste niks meer had. De jongen heeft in het laatste nog in de put moeten werken gaan. En toen is die - waar is daar nog zo ergens een klooster, daar in de Kempen ergens? - te Hamont, is die naar de paters gegaan. En toen waren die paters, die paters kwamen mee met twee. En die man had daar een knecht, toen de boerderij redelijk goed was. En de knecht moest de oven aandoen waar ze brood in bakten. En de paters die legden hen voor de deur in de stal - dat heb ik de jongen dikwijls horen vertellen - en de paters legden hen op hun knieën neer om te bidden. En die baden en de grond barstte. Ge moet niet vragen of die knoopten. Meer dan wij hè. En toen moesten die daar beenderen uit halen en die moesten ze daar verbranden in de oven waar ze brood in bakten hè. Ze deden dat en toen was het gedaan. Die man had daar nooit geen beenderen ingestoken.

SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.    SINSAG 0450 - Andere Tote spuken.   

Een jongeman wiens dieren allemaal stierven, ging naar de paters van Hamont. Twee paters kwamen mee naar de boerderij en gaven de knecht opdracht om het vuur aan te steken. Daarop gingen de paters liggen en ze baden tot de grond barstte. De beenderen die in de grond werden gevonden, werden verbrand in de oven. Daarna had de jonge boer geen ongeluk meer.

W. Achten, Leuven, 1971

1.4 Luchtgeesten

midden-limburgs

f''

fabulaat

paters van Hamont    paters van Hamont   

Sint-Lambrechts-Herk    Sint-Lambrechts-Herk   

Hamont    Hamont