Hoofdtekst
Te Bogaerts stierven daar ook veel beesten. En ’s nachts om 12 uren kwam den dien van Bogaerts, Adèle van Waterloze tegen die de beeste ’t vel afgedaan had. En ze zei tegen Jefken: “Jefken ’t is wel dat de laatste beeste dood is.”
Beschrijving
Op een boerderij waar veel dieren stierven, kwam de man die het vel van de kadavers had verwijderd, een vrouw tegen, die zei: “Dat is het laatste dier dat daar gestorven is”.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (denderstreek)
359
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Aspelare